Foutmelding

The answer you entered for the CAPTCHA was not correct.

Jeugdzorg en Kinderbescherming

Gezagsbeeindiging

De kinderrechter kan het gezag van ouders beëindigen indien het kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en de ouder niet in staat is binnen een voor het kind redelijke termijn de opvoeding weer op zich te nemen. Vrijwel altijd wordt de gezagsbeëindiging voorafgegaan door een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minstens een jaar. Strikt genomen is dat volgens de nieuwe Jeugdwet overigens geen vereiste meer. In geval van gezagsbeëindiging zal de rechter tevens moeten bepalen wie daarna het gezag over het kind krijgt, bijvoorbeeld de gecertificeerde instelling of de pleegouder(s). Indien u wordt geconfronteerd met een verzoek tot gezagsbeëindiging (of een dergelijk verzoek vreest) is het belangrijk dat u direct contact opneemt met het kantoor. Mogelijk kan het tij nog worden gekeerd!

Uithuisplaatsing

Soms meent de gecertificeerde instelling of de raad voor de Kinderbescherming dat een ondertoezichtstelling niet (meer) voldoende is en dat het noodzakelijk is dat het kind (tijdelijk) uit huis wordt geplaatst. Een dergelijke uithuisplaatsing moet uiteraard door de kinderrechter worden getoetst. Vaak heeft het de voorkeur van de ouder dat het kind binnen het netwerk wordt geplaatst en niet in een instelling of bij een onbekende pleeggezin. Het is dan zaak om zelf tijdig het alternatief van de netwerkplaatsing aan te reiken. Een machtiging uithuisplaatsing behoort echt een laatste redmiddel te zijn. Dit uitgangspunt is ook verankerd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (ook wel IVRK). De uithuisplaatsing kan nooit langer duren dan de ondertoezichtstelling. Zolang de ondertoezichtstelling nog loopt dient te worden gewerkt aan terugplaatsing. Dit houdt in dat de gezinsvoogd zich actief moet inzetten en hulp moet aanbieden om te komen tot terugplaatsing van het kind. Het komt geregeld voor dat een gezinsvoogd nalaat de gewenste hulp te bieden waardoor de ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing langer duurt dan noodzakelijk. Hoe langer een uithuisplaatsing duurt, des te groter is de kans dat het kind niet meer wordt teruggeplaatst. De hechting van het kind in het pleeggezin gaat dan een rol spelen. Pleegouders verkrijgen na verloop van tijd ook een zogenoemd blokkaderecht waarmee zij de terugplaatsing kunnen tegenwerken. Kortom, het is als ouder van belang dat u na de eerste uithuisplaatsing zo snel mogelijk actie onderneemt. Bijstand van een goede advocaat is van groot belang. De advocaat kan u adviseren hoe u moet handelen. Misschien is het nodig dat er beroep wordt aangetekend machtiging uithuisplaatsing maar misschien is het ook wel nodig dat u bepaalde adviezen van de GI juist opvolgt om escalatie of een verslechterde verstandhouding met de gezinsvoogd te voorkomen. In uitzonderlijke gevallen kan ook worden verzocht om de machtiging tussentijds te beëindigen. Verder is de omgang en het contact met het kind tijdens de uithuisplaatsing erg belangrijk. Hoe meer het contact behouden blijft hoe sneller en geruislozer een terugplaatsingtraject kan verlopen. Gesloten plaatsing Een bijzondere vorm van uithuisplaatsing betreft de zogenaamde gesloten plaatsing. Zoals de terminologie al doet vermoeden betreft het hier plaatsing in een gesloten instelling waar jongeren met gedragsproblemen onder dwang kunnen worden behandeld. De gesloten plaatsing kan door de rechter worden opgelegd indien er gegronde vrees bestaat dat de minderjarige zich zal onttrekken aan de zog die hij nodig heeft. Alvorens een gesloten machtiging wordt afgegeven moet er een zogenoemde instemmingsverklaring door een gedragswetenschapper zijn afgegeven. In geval van gesloten plaatsing krijgt de minderjarige zelf een advocaat toegewezen. Mr. Kloppenburg wordt geregeld door de rechtbank Rotterdam toegevoegd om een minderjarige bij te staan in geval van een gesloten plaatsing.

Schriftelijke aanwijzing

Indien ouders bepaalde adviezen van de gezinsvoogd niet opvolgen kan de gezinsvoogd een zogenaamde schriftelijke aanwijzing geven die de ouders wel verplicht zijn op te volgen. Ouders hebben echter het recht om binnen veertien dagen na dagtekening van de aanwijzing de kinderrechter te verzoeken de aanwijzing vervallen te laten verklaren. Naast het Jeugdrecht komt dan ook vaak de Algemene Wet Bestuursrecht om de hoek kijken. De ervaring leert dat gezinsvoogden hun boekje nogal eens te buiten gaan bij het geven van een schriftelijke aanwijzing, bijvoorbeeld door niet het juiste voortraject te volgen of door het geven van een aanwijzing die niet of onvoldoende ziet op de opvoeding van het kind. Indien u het niet eens bent met een specifieke aanwijzing van de gezinsvoogd is het dus van belang dat u direct na ontvangst van de aanwijzing contact opneemt met ons kantoor.Ook de omgang van uit huis geplaatste kinderen wordt vaak door middel van een schriftelijke aanwijzing opgelegd. Indien u het niet eens bent met de frequente of duur van de omgang met uw kind kunt u contact met ons opnemen.

Ondertoezichtstelling

Naar aanleiding van een zorgmelding van bijvoorbeeld de school of de wijkagent kan de Raad voor de kinderbescherming een zogenaamd beschermingsonderzoek starten. Indien de Raad meent dat het kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en vrijwillige hulpverlening niet meer volstaat zal zij de kinderrechter verzoeken een ondertoezichtstelling uitspreken. Indien de kinderrechter het verzoek toewijst krijgt het kind een gezinsvoogd toegewezen die het gezin en het kind kan ondersteunen. De ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding, maar hun gezag wordt door de ondertoezichtstelling ingeperkt. Een ondertoezichtstelling kan door de rechter maximaal voor de duur van een jaar worden uitgesproken. Soms wordt de ondertoezichtstelling nog voorafgegaan door een voorlopige ondertoezichtstelling. Het eerste verzoek tot ondertoezichtstelling wordt door de Raad voor de Kinderbescherming gedaan en de vervolgverzoeken door de gecertificeerde instelling, ofwel de instelling die de kinderbeschermingsmaatregel uitvoert. De certificering houdt verband met het verplicht moeten voldoen aan de eisen van het normenkader Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Er zijn in Nederland een drietal landelijk opererende gecertificeerde instellingen, te weten de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, Het leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en tot slot de Gereformeerde Stichting Jeugdbescherming. De overige gecertificeerde instellingen opereren regionaal. In de regio Rotterdam is de Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond actief. Een ondertoezichtstelling wordt door de ouders vaak als belastend ervaren omdat deze een inbreuk maakt op de privacy van het gezin. Ook is er vaak de angst dat de ondertoezichtstelling zal leiden tot een uithuisplaatsing. Of het nu om een eerste verzoek gaat of een verzoek tot verlenging, het is belangrijk om u te laten bijstaan door een advocaat die op de hoogte is van alle ontwikkelingen in het jeugdrecht. Vaak kan een ondertoezichtstelling worden verkort of soms zelfs geheel afgewend indien goede alternatieven worden aangereikt aan de kinderrechter. Wijziging Gecertificeerde Instelling Het komt geregeld voor dat het tussen een ouder en de gezinsvoogd niet goed botert. Deze verslechterde verstandhouding kan vervolgens van invloed worden op de duur van een ondertoezichtstelling of machtiging uithuisplaatsing. Indien ouders vragen om een andere gezinsvoogd wordt daar vaak geen gehoor aan gegeven. Ouders kunnen ook verzoeken om wijziging gecertificeerde instelling, waarmee dan ook een nieuwe gezinsvoogd wordt verkregen. De nieuwe gezinsvoogd kan een frisse start maken en een heel andere visie hebben dan de oude voogd waardoor de ondertoezichtstelling of machtiging uithuisplaatsing eerder kan worden beëindigd. Ons kantoor kan u uiteraard adviseren.